Het eerste wat je moet doen bij diagnose aan het aircosysteem is de klacht van de klant controleren. De meest voorkomende klacht is: "Het aircosysteem koelt niet goed, het wordt niet koud in de auto". Klopt de bewering? Om dit te controleren moet de uitblaastemperatuur bij het middelste luchtrooster in de auto worden gemeten wanneer de airconditioning is ingeschakeld. Afhankelijk van de buitentemperatuur moet de temperatuur tussen 3 °C en 8 °C liggen.
Begin met koudemiddelcircuit controleren
Als de koeling onvoldoende is, wordt het koudemiddelcircuit gecontroleerd. Schakelt de compressor in, draait de ventilator om de condensor te koelen? Je mag het controleren van de verwarmings- en luchtklepregeling niet vergeten. Schakel hiervoor de airconditioning uit en vergelijk de buitentemperatuur opnieuw met de uitblaastemperatuur.Is de gemeten temperatuur hoger dan de waarde van de buitentemperatuur? Dan moet je de verwarmingsregeling dienovereenkomstig controleren. Als uit de vorige tests blijkt dat de koeling onvoldoende is, is het aannemelijk dat de oorzaak in het koudemiddelcircuit ligt.
Oververhitting en nakoeling vaststellen
In de praktijk wordt bij diagnose aan het aircosysteem het koelsysteem meestal afgetapt en opnieuw gevuld om vast te stellen of de klacht van de klant is verholpen. In het geval van bovenstaande klacht is de oorzaak meestal een te lage hoeveelheid koudemiddel in het aircosysteem. Het is echter raadzamer om de goede werking van het aircosysteem te testen door de mate van oververhitting en nakoeling vast te stellen. In dit geval voer je de diagnose aan het aircosysteem niet uit door het aircosysteem aan te zuigen en te vullen, maar door de druk en temperatuur te meten. Dit vereist echter systeemkennis van de werking van een aircosysteem.